Hyperventilatie. |
Acute hyperventilatie |
Chronische hyperventilatie |
Veel klachten zijn te verklaren: de doorbloeding naar de hersenen kan iets minder worden zodat er minder zuurstof naar de hersenen wordt vervoerd, vandaar deze hoofdklachten, onschadelijk voor het lichaam, maar heel erg vervelend. De enorme vermoeidheid is te verklaren door het voortdurend last hebben van vage klachten. Verder is een van de reacties van het lichaam op chronische hyperventilatie vaak een verhoogde productie van melkzuur. Het lichaam probeert zo de pH van het bloed omlaag te krijgen. Normaal wordt melkzuur geproduceerd wanneer iemand een stevige inspanning levert. Het gevolg van deze voortdurende melkzuur-productie is dat iemand met chronische hyperventilatie vaak klaagt over vermoeide spieren en dat verklaart dus ook weer het gevoel van vermoeidheid. |
Aanverwante klachten |
Angst Hyperventilatie zonder angst komt maar heel weinig voor. Zowel acute als chronische hyperventilatie maakt vaak angstig. Zo angstig dat er paniek kan ontstaan. De gedachte aan angst roept de angst ook weer op. Omgekeerd kan het ook zo zijn dat mensen beginnen met angstaanvallen en fobieën en als logisch gevolg daarvan gaan hyperventileren. Dit houdt vervolgens de angst of paniek langer in stand. |
De kenmerken van een acute hyperventilatie aanval1. Hartkloppingen 2. Hartkloppingen, bonzend hart of versnelde hartactie 3. Transpireren 4. Trillen of beven 5. Gevoel van ademnood of verstikking 6. Naar adem snakken 7. Pijn of onaangenaam gevoel op de borst 8. Misselijkheid of buikklachten 9. Gevoel van duizeligheid, onvastheid, licht in het hoofd of flauwte 10. Derealisatie (gevoel van onwerkelijkheid) of depersonalisatie (gevoel los van zich zelf te staan) 11. Angst dood te gaan 12. Paresthesieën (verdoofde of tintelende gevoelens) 13. Opvliegers of koude rillingen |
Toch hoeven een acute hyperventilatie aanval en een angstaanval niet te duiden op een paniekstoornis. Een paniekstoornis kenmerkt zich door: * De eerste aanvallen treden onverwachts op. Bijvoorbeeld op de bank, op de snelweg of in bed. * Er treedt een intense angst op die uit het niets komt. * Deze angst krijg je in een situatie waarin anderen rustig blijven. * In de weken na de eerste aanval treden er vaak spontaan nieuwe aanvallen op. * Er treedt een fobische angst op voor herhaling van nieuwe aanvallen. * Veel mensen met een paniekstoornis gaan situaties ontwijken uit angst om een paniekaanval te krijgen. * Dit zijn bijvoorbeeld bioscoop, drukte, lange winkelrijen en openbaar vervoer. Als je twijfelt of je klachten verband houden met een paniekstoornis dan kan de huisarts hierover vaak uitsluitsel geven. |
Geen aanstellerij Jammer genoeg denken de meeste angst- en fobiepatiënten dat ze de enige zijn met hun probleem. Vaak worden ze ook niet begrepen door hun partner en hun omgeving. Het is ook moeilijk te begrijpen maar misschien is begrip de eerste stap naar genezing, omdat ook de patiënt dan eerder zal accepteren dat hij / zij echt iets mankeert en geen aansteller is. |